reglement TAN

Reglement TAN                                


Doel:


Het volgende reglement is opgesteld met als doel de honden hun natuurlijke jachtkwaliteiten te promoten. (die elke Magyar Vizsla minimum dient te bezitten)


De voorziene proeven dienen om het jachtvermogen te testen en niet het niveau van opleiding/training.


De Magyar Vizsla's zijn in de eerste plaats en hoofdzakelijk Continentale Staande Honden.


 


Organisatie:


De proeven worden georganiseerd door de Belgian Magyar Vizslaclub (BMVC) en onder hun verantwoordelijkheid. Zij zijn voorbehouden enkel voor Magyar Vizsla's met een minimum leeftijd van 6 maanden en zijn jonger dan 48 maanden.


 


Algemeenheden:


De keurmeesters:  de honden worden beoordeeld door 1 of 2 keurmeesters, in principe  gekozen door het comité van de BMVC onder zijn leden met een goede kennis van het ras en de werkproeven (Field). Indien de TAN wordt gehouden dezelfde dag van een officiële wedstrijd, kan een officiële keurmeester gevraagd worden.


Het terrein:  de proef zal plaatsvinden op een terrein met voldoende begroeiing om zowel het wild de gelegenheid te geven zich te verschuilen en ook de hond vlot te laten lopen (grasland of braakliggend land ). Moeilijke terreinen zullen worden vermeden. De proeven zullen plaatsvinden buiten de jachtperiode ( in juli/augustus ) . 


Het wild: voorkeurwild is de patrijs. Andere soorten van klein wild (kwartels, fazanten) kunnen ook gebruikt worden.


Voorbereiden van het veld: het wild wordt uitgezet zonder aanwezigheid van de voorjager en hond.


Duur van de proef : van 5 tot 10 minuten, met de mogelijkheid om de hond te hernemen en hem opnieuw in te zetten.


Loopse teven kunnen deelnemen aan de TAN, dit op einde van de proef als alle andere honden hun proef hebben afgewerkt.


 


Verloop van de test:


1° Jaagt de hond? Weet de hond waarom hij in het veld is en gaat hij vol passie op zoek naar wild? Mooie slagen tegen de wind in worden hier nog niet verwacht hoewel de hond natuurlijk zijn kans om tot voorstaan te komen vergroot door het veld mooi aan te pakken.


2° Toont de hond een reactie wanneer hij verwaaiing(=geur) van wild waarneemt? De hond dient tot voorstaan te komen, dat wil zeggen: hij stopt met lopen en geeft met gans zijn lichaam de richting aan waar het wild zich bevindt. De uiteindelijke bedoeling is dat de hond blijft staan totdat de voorjager tot bij hem geraakt (wat soms tientallen seconden tot zelfs enkele minuten kan duren als de hond ver van de voorjager voorstaat). Jonge en onervaren honden zullen dit waarschijnlijk niet lang volhouden en zelf overgaan tot het opstoten van het wild. Voor een TAN is dit niet erg. 


3° Is de hond schotvast? Op het moment dat het wild opvliegt zal de keurmeester op enige afstand van de voorjager en hond een schot van een alarmpistool afvuren. De hond mag hier geen angstige reactie op vertonen.


 


Resultaten:


Tijdens de proef kunnen zich 2 situaties voordoen:


-De keurmeester(s) zal zonder twijfel het volgende opmerken:


  1. passie voor de jacht in het zoeken van het wild


  2. een goed gedrag in zijn geheel en het voorstaan op wild.


  3. een goed evenwicht, meer bepaald bij het schot


De hond zal in dit geval voldaan hebben aan alle eisen van de proef en het TAN-certificaat zal hem     toegekend worden, met datum en plaats van de proef en handtekening en identiteit van de  keurmeester(s)


-De hond heeft een van zijn 3 testpunten niet behaald. Hij zal gefaald zijn voor deze proef en mag zich later bij een nieuwe proef opnieuw aanmelden.


 


Gelijkgesteldheid:


De Magyar Vizsla's die reeds een kwalificatie of een CQN of een eervolle vermelding of zeer eervolle vermelding behaalden op een officiële Field Trial worden niet toegelaten op de TAN, gezien hun talent als jachthond reeds erkend is. De TAN kan hun echter op voorlegging van het werkboekje toegekend worden door een keurmeester(s) met handtekening en identiteit van de keurmeester(s) op het TAN-certificaat.